Het klimaat van Japan is heel afwisselend en zorgt elk jaar weer voor bijzondere landschappen en unieke belevenissen. Door de lengte van het land en de invloed van de zee komen in Japan veel verschillende soorten weer voor. Denk aan warme zomers, milde winters, regenachtige maanden en soms zelfs sneeuw. Het is een onderwerp waar veel reizigers rekening mee houden en waar de bewoners goed op inspelen.
Grote verschillen tussen noord en zuid
Langs de eilanden van Japan merk je dat het noorden en zuiden totaal niet hetzelfde zijn. Hokkaido, het grote eiland in het noorden, heeft koele zomers en in de winter veel sneeuw. De hoofdstad Sapporo is zelfs beroemd door haar sneeuwfestival. In het zuiden, zoals op Okinawa, is het juist veel warmer en voelt het bijna tropisch aan. Hier blijft het meestal zacht in de winter en komt sneeuw eigenlijk niet voor. Het weer in Japan wisselt dus enorm, afhankelijk van de plek waar je bent. De bergen zorgen ook voor grote verschillen. In centrale gebieden als Nagano of Gifu zijn de zomers minder heet, maar kunnen de winters streng en sneeuwrijk zijn. Door deze verschillen is Japan interessant voor zowel mensen die houden van een warme vakantie als voor mensen die van winter weer houden.
Veel regen en het moessonseizoen
Japan staat bekend om het regenseizoen, ofwel de ‘tsuyu’. Dit regenseizoen begint ongeveer in juni en duurt een maand tot anderhalf. In sommige delen kunnen er in deze periode dagenlang buien vallen. Vooral in het zuiden en oosten van het land zijn de straten dan nat en groen door de snelle groei van planten en bomen. De regen zorgt voor koelere dagen tijdens de eerste echte zomerse weken. Meestal wordt het daarna snel warmer, met een hoge luchtvochtigheid. Behalve het regenseizoen komen ook tyfoons voor, vooral tussen augustus en oktober. Dit zijn krachtige stormen met veel regen en wind, die soms schade veroorzaken. Japan is hier goed op voorbereid en mensen volgen het weerbericht altijd extra goed in die maanden.
Lente en herfst zijn populaire reistijden
Veel reizigers kiezen ervoor om Japan te bezoeken in de lente of de herfst. In de lente is de temperatuur meestal aangenaam en staat het land bekend om de bloeiende kersenbomen, ook wel sakura genoemd. Hele parken kleuren roze en het is een feestelijke tijd waarin families samen picknicken onder de bloesems. De herfst in Japan is beroemd om de prachtige bladkleuren. Boomsoorten zoals esdoorns en ginkgo’s krijgen dan gele, oranje en rode bladeren. In deze seizoenen is het weer vaak droog en mild, met weinig extreme hitte of kou. De lucht is dan meestal helder, wat zorgt voor een mooi uitzicht op de natuur en de bergen. Veel mensen vinden deze periodes het prettigst voor een rondreis door Japan.
Zomer: warm, vochtig en vol leven
De Japanse zomer begint rond juni en eindigt in september. Na het regenseizoen loopt de temperatuur vaak op tot zo’n dertig graden of hoger. Vooral in steden zoals Tokio, Osaka en Kyoto kan het benauwd aanvoelen. Toch kennen de Japanse zomers ook veel festivals en vuurwerkshows. Mensen zoeken verkoeling in de bergen, aan zee of zwemmen in rivieren en meren. In augustus begint het tyfoonseizoen, waardoor er soms onverwacht heftige buien zijn. Dit zorgt voor afwisseling in het weer en maakt plannen soms lastig. Toch brengen de zomerdagen veel energie met zich mee, en overal zie je mensen genieten van het warme seizoen.
Winter met zachte temperaturen en sneeuw
De koudste maanden zijn december, januari en februari. In het grootste deel van het land zijn de winters mild, met overdag temperaturen vaak boven het vriespunt. In grote steden zoals Tokio en Osaka valt bijna nooit sneeuw. Verder naar het westen of noordoosten, bijvoorbeeld op Hokkaido of in de Japanse Alpen, is het een heel andere wereld. Hier sneeuwt het juist veel en zijn de winters streng. Skiën en snowboarden zijn daarom populaire sporten in deze regio’s. De bergen zorgen soms voor droge, zonnige dagen aan de kust, terwijl het meer landinwaarts juist flink sneeuwt. Door dit contrast is de winter in Japan heel veelzijdig.
De invloed van de zee en de bergen
Japan is omringd door zee en heeft veel bergen. Dit bepaalt voor een groot deel het weer. De temperatuur blijft langs de kust vaak wat hoger dan landinwaarts, vooral in de winter. Bergen vormen een soort muur, die het weer aan beide kanten verschillen maakt. Aan de ene kant valt veel sneeuw, aan de andere juist bijna niet. De zeewind zorgt in de zomer soms voor verkoeling. Tegelijk brengen tyfoons en regenbuien via de zee veel neerslag met zich mee. Dit alles samen maakt het weer in Japan erg uniek en onvoorspelbaar.
Meest gestelde vragen over het klimaat in Japan
-
Wanneer is het regenseizoen in Japan?
Het regenseizoen in Japan begint meestal begin juni en duurt tot half juli. In deze periode regent het vaak, vooral in het zuiden en oosten van Japan.
-
Krijgt heel Japan te maken met sneeuw in de winter?
Niet het hele land krijgt sneeuw in de winter. Vooral het noordelijke eiland Hokkaido en de Japanse Alpen in het midden hebben veel sneeuw. In plaatsen als Tokio of Osaka valt bijna nooit sneeuw.
-
Wat is de beste reistijd qua weer voor Japan?
De beste reistijd voor Japan is meestal de lente (maart tot mei) of de herfst (september tot november). In deze periodes is het vaak droog, zijn de temperaturen prettig en is de natuur op haar mooist.
-
Komen er orkanen in Japan voor?
In Japan komen geen orkanen voor, maar wel tyfoons. Tyfoons lijken op orkanen en zorgen voor veel regen en wind, vooral tussen augustus en oktober.
-
Waarom is het weer zo verschillend in Japan?
Het weer in Japan verschilt veel door de lengte van het land, de zee rondom de eilanden en de hoge bergen in het binnenland. Daardoor zijn er warme, koude, natte en droge gebieden dicht bij elkaar.




